Langer leven.
Dat rouw of verdriet vaak direct met de dood wordt geassocieerd, en anti-kanker behandeling met oncologie lijkt niet zo gek. Dit zorgt er echter wel voor dat disciplines die juist veel van elkaar leren en gebruik maken kunnen, soms tot iets separaats worden gezien. Wij kijken naar patiënten die leven met wel of niet meer te genezen vorm van kanker. Bij het stelselmatig zien en spreken van hun oncoloog maken zij zelf, al dan niet met hun naasten en gedurende de behandeling, ook stukjes van een rouwproces mee.
Hoewel een ziekte- en de herstel fase nog vele jaren duren kan, zal dit in de meerderheid van de gevallen toch vooral langzaam achteruit in plaats van vooruit gaan. Het is frappant dat deze oncologen, die deze vorm van ondersteuning bieden tijdens ziekte, in het rouwtraject bijna geen rol meer hebben.
In ons project, waarin we kijken naar verdriet en (door)leven, hebben wij tot doel om niet alleen patiënten zo lang en goed mogelijk te laten leven, maar tevens de nabestaanden van deze patiënten van een zo goed en - waar mogelijk – kort rouwtraject te kunnen voorzien. Met ruimte voor emoties en tijd.
Zie o.a. Wijnhoven MN, Terpstra WE, van Rossem R, Haazer C, Gunnink-Boonstra N, Sonke GS, Buiting HM. Bereaved relatives’ experiences during the incurable phase of cancer: a qualitative interview study. BMJ Open. 2015 Nov 25;5(11):e009009