Over rauw (2).

Een nieuw artikel over verdriet (en optimisme) hebben wij geschreven. Over het gebruik van optimisme en positiviteit kwam af en toe wel een reactie. Dat we op deze manier misschien wel te weinig ruimte gaven aan een rouw proces, maar bovenal aan actie.

Is dit vooral taal? We zouden er ook een andere naam aan kunnen geven en misschien gaan we dat ook wel doen. Net zoals dat ontstond bij patiënten in de oncologie, die steeds langer in goede kwaliteit kunnen leven. Toen chroniciteit ook niet altijd in het vocabulair voorkomen kon en mocht. Aanvoelend dat het wezenlijk anders is dan alleen maar palliatief, maar in dit onontgonnen gebied nog niet (en afhankelijk van het type kanker misschien wel nooit) in een definitie omgeven.

Met optimisme willen we vooral een andere mindset uit laten gaan bij het ervaren van verdriet, waar we op dit moment ook naar kijken bij de niet meer te genezen oncologie patiënt. Daar waarbij dit binnen de specialistische disciplines vaak onbewust of als vanzelfsprekend al wordt ingezet. 

Voor verdriet lijkt iets vergelijkbaars te gelden. Evenals het taboe. Femke van der Laan was een van de eersten die hier in de media aandacht aan gaf: Dat ze aan het rouwen was. Maar hoeveel mensen in heel Nederland hebben ook niet te maken met rouw of verdriet?

Zie o.a.  Buiting HM, Sonke GS. Taking away taboos, and assist the people who grief: Living a long, happy and meaningful life. Accepted for publication.    

Previous
Previous

Zacht optimistisch.

Next
Next

In 2023.