Over rauw.

Minstens een uurtje analoog zijn. Iedere dag. Ik lees in de weekendwijsheid in de Volkskrant dat dat een voornemen is van Jeangu Macrooy. Het laat voor mij zien hoezeer wij nu zijn vastgekluisterd aan een digitaal bestaan. En door afgelopen COVID-periode werd dat enkel meer. Het is in zekere zin makkelijk want meer anoniem, maar moeilijker omdat je die kleine nuances in communicatie mist. Die bewegingen van iemand en gedachten die je anders wel zou meekrijgen, die woorden die je real-life wel zou uitspreken, die sfeer en geur die je anders wel zou ervaren. ‘Een woord heeft geen geur’ (Ten Bos).

Een digitaal bestaan die verre van veilig is. Weinig is er wat tegenwoordig niet kan worden gecheckt. De geavanceerde systemen waarin we werken veranderen met de dag, met meer codes en andere beveiligingsopties bovendien. Ik geniet ervan om dan af en toe terug te kunnen vallen op apparaten die niet overal mee in verbinding staan. Wij gaan starten met een onderzoek naar verdriet waarbij het digitale ook een hulp kan zijn, in het positieve zo te bezien.

Previous
Previous

Disciplines.

Next
Next

Rauw en leven.